Jouw baby heeft een voorkeurshouding. Dat komt erg vaak voor bij jonge kindjes. Hoewel dit meestal niet om iets ernstigs gaat, is het toch belangrijk dit goed op te volgen. In dit blog vertel ik welke de meest voorkomende oorzaken en mogelijke gevolgen kunnen zijn.

Heeft mijn baby een voorkeurshouding? Wat houdt dat juist in?

Jouw baby heeft een voorkeurshouding als je kindje vaak in eenzelfde positie ligt met het hoofdje naar 1 kant gedraaid of gekanteld. Soms kan deze houding worden doorbroken, soms lukt het eenvoudigweg niet om te kantelen of draaien naar de niet- voorkeurszijde.

Hoe ontstaat een voorkeurshouding bij je baby?

Functionele oorzaak

Bewegingsverliezen kunnen opgetreden zijn

Voor de geboorte (vroege indaling, liggingsafwijkingen (dwars-, stuit-, aangezichtsligging,…) , meerlingzwangerschap, spanning in het ophangsysteem van de baarmoeder waardoor het kindje minder ruimte had,…)

Tijdens de geboorte (klem gezeten in het geboortekanaal, navelstrengomwikkeling, sterrenkijkerbevalling, vaccuum- of tangverlossing, meedrukken op de buik, stortbevalling, weeën die stilvielen, (spoed)keizersnede,…)

Na de geboorte kan dit patroon onbewust bekrachtigd worden door het kindje
altijd op dezelfde arm een flesje te geven, steeds op dezelfde manier dragen of in de draagdoek, het kindje steeds op dezelfde arm te troosten, blootstelling van visuele en auditieve prikkels aan voornamelijk 1 kant van de box of het wiegje,…

Ook niet geintegreerde reflexen kunnen een voorkeurshouding geven, zoals een dominantie asymmetrische nekreflex (ATNR) of Moro-reflex.

Structurele/ernstigere problemen

Uiteraard kunnen er ook ernstigere zaken aan de oorzaak liggen, zoals éénzijdige blind- of doofheid, een plexus brachialis-letsel, een sleutelbeenbreuk, een neurologische aandoening of een aangeboren misvorming. Gelukkig is dit slechts zelden het geval

Meestal gaat het om een functioneel probleem en kan je kindje met manuele behandelingen, oefeningen en poistioneringsadvies heel goed geholpen worden.

Weetje: voorkeurshoudingen worden meer vastgesteld bij eerstgeborenen en bij jongetjes.

Hoe weet je of je baby een voorkeurshouding heeft?

Observeer je kindje eens in verschillende houdingen: in ruglig, in buiklig, rechtop (> 6 weken), als het slaapt, als het speelt, als het drinkt,…
Je kan daarbij op volgende signalen letten:

Slapen

• Ligt je hoofdje meestal naar dezelfde kant gedraaid of gekanteld?
• Slaapt je kindje in een ‘dwanghouding’? (lichaam overstrekt of in een banaantje, schoudertjes verkrampt,…)

Rechtop/babydrager
• Draait of knikt het hoofdje steeds naar 1 kant en is het moeilijk je kindje naar de andere kant uit te nodigen?
• Hangt je kindje steeds naar 1 kant gebogen?

Drinken
• Lukt drinken aan 1 kant minder goed of heeft je kind een voorkeursborst?

Aankleden
• Heeft je kindje meer last van 1 armpje of beentje bij het aankleden of bij het over het hoofd trekken van een truitje/t-shirt?

Ook overstrekken en al snel en vaak ‘op de beentjes willen staan’ zijn signalen die vaak in combinatie zien met een voorkeurshouding. Dit wijst meestal op een overactieve Tonische Labyrinthreflex of trunk extension.

Wat zijn mogelijke gevolgen als je baby een voorkeurshouding heeft?

 Houding en beweging

Last met bepaalde activiteiten: bijvoorbeeld enkel goed drinken aan 1 kant of in een bepaalde positie. Pijn bij bepaalde handelingen waardoor je je hierdoor gaat aanpassen als ouder (altijd eerst de ene arm door het truitje doen).

Atypische bewegingspatronen: enkel naar 1 kant rollen, asymmetrisch kruipen, billenschuiven, met 1 voetje naar buiten/binnen draaien,…

Overstrekken, vroeg op de beentjes staan

1-zijdige oriëntatie naar 1 lichaamshelft, waardoor 1 lichaamshelft veel beter gekend is en gebruikt wordt. Er is bijvoorbeeld al te snel een duidelijke handvoorkeur

Latere gevolgen: het lichaam gaat altijd op zoek naar symmetrie. Als je hoofd bijvoorbeeld knikt naar links, zal je geneigd zijn dit 'recht' te zetten door lager in de wervelkolom naar rechts te knikken om je ogen evenwijdig te houden met de horizon.
Zo kan een ideopatische scoliose ontstaan.

Deze constante compensatie van het lichaam vraagt niet alleen energie, maar geeft ook een verandering in sensorische imput in het zenuwstelsel. Vaak zijn sommige primaire reflexen niet goed geïntegreerd en zien we psychomotorische moeilijkheden, zoals houterige motoriek, moeite met coördinatie,  lateralisatieproblemen, problemen met het evenwicht, met de fijne motoriek, enz.

 Plagiocephalie /schedelafvlakking

Omdat baby's nog veel liggen, krijgen ze bij een voorkeurshouding vaak veel druk op één plek van de schedel. Vermits de schedel van baby nog niet verbeend is en nog bestaat nog uit verschillende botjes, kan dit vrij snel gaan resulteren in een afvlakking van het hoofdje.

*Bij een voorkeur naar links, zal de linkerkant van het achterhoofdje al snel gaan afvlakken. Tegelijkertijd zal je merken dat het voorhoofd aan de linkerkant meer afvlakt  (=plagiocephalie).)
*Bij een baby die zich overstrekt, is de afvlakking eerder symmetrisch over het hele achterhoofd (=brachycephalie).

 Spijsvertering

Via neurologische en vasculaire weg kunnen er ook klachten optreden in de spijsvertering, zoals zuig- en slikproblemen, reflux, krampjes of constipatie.

 Gedrag

Omdat de sensorische selectiviteit van een baby nog niet zo goed ontwikkeld is, zien we vaak een totaalbeeld ontstaan van een overprikkelde/overgevoelige baby met meer huilgedrag, onrust & slaapmoeilijkheden en overactieve primaire reflexen.

Uiteraard heeft niet elk kindje hier last van en hangt het ook samen met de ernst van de blokkade.

Wat kan je doen bij voorkeurshouding?

Ontdek het in wat je als ouder kan doen om de voorkeurshouding aan te passen!

Nood aan concrete tips & handvatten

om je baby, peuter of kleuter beter te begrijpen?